Nieuw-Zeeland

Nieuw-Zeeland is een van de meest zuidelijk gelegen wijnlanden ter wereld en valt daarmee in de cool climate-zone, wijngebieden waar koele weersomstandigheden wijnen opleveren met een intens en fris karakter. Hoewel de situatie van noord tot zuid en van oost tot west verschilt, zorgt de verkoelende invloed van de oceanen, die de twee eilanden omringen, voor een overwegend koel klimaat. De aanplant van druiven is hier volledig op aangepast en Nieuw-Zeeland is terecht beroemd om zijn aromatische wijnen van sauvignon blanc, pinot noir en ook steeds meer pinot gris, riesling en chardonnay, die het met name goed doen op het koele Zuidereiland. Cabernet sauvignon en merlot geven goede resultaten in de relatief warmere delen op het Noordereiland.

Dat is niet altijd zo geweest. De eerste wijnstokken werden in 1819 uit Australië meebracht, maar eind jaren zestig van de twintigste eeuw kwam de wijnindustrie pas echt op gang. Eerst met versterkte wijn, maar al snel met de grootschalige productie van wijnen van de Müller-Thurgau. Lichte, zoetige wijnen in de destijds gangbare Duitse stijl. Toen in de jaren tachtig niemand dit soort wijnen nog wilde drinken, begonnen wijnboeren met de aanplant van sauvignon blanc. Dat was een meesterlijke zet. Met name de klimatologische omstandigheden van Marlborough bleken ideaal voor deze druif en Nieuw-Zeelandse wijnen van sauvignon blanc kunnen zich inmiddels meten met de beste van de wereld.

Enig resultaat